Betonne Jeugd, gehuisvest onder de hangar van het coStA (met als pronk- stuk een zelf gemaakt kraanhoofd op het dak van het coStA), is reeds 14 jaar een tweede thuis voor jongeren die geen aansluiting vinden in het reguliere jeugdwerk, problemen hebben met werkloosheid, pesten en onderdak vinden, met een stevige focus op armoede.

De jongeren komen uit diverse gemeenten voor laagdrempelige vrijetijdsbesteding, koken driemaal in de week, kamperen en maken al eens ruzie, zoals in een echt gezin, maar voelen zich thuis in het warme, vertrouwde nest waar ze ondersteund worden bij hun problemen. Met steun van de burgerbegroting hebben ze het buurtproject ‘Betonne Jeugd kamt de buurt uit’ opgezet. Interviews met bewoners op zoek naar de strafste verhalen, onbekende talenten, de mooiste dromen … maar ook naar wat er beter kan. Zo brengen ze de wijk in kaart. De spits wordt afgebe- ten door Piet, zomer en winter present in z’n rolwagen op de Sint-Andriesplaats. Hier gaan we …

— Ken je Betonne Jeugd?

— Ja, van hier, hé. Maar die gaan het lastig krijgen … Met die betonstop die ze willen invoeren.

— Wat is Betonne Jeugd?

— Dat is een beetje zoals mijn jeugd. Van het ene gesticht naar het andere, dan weer eventjes thuis en dan weer naar een kolonie. En als je dan niet wou luisteren, moest je naar de verbeteringsschool.

— Ken je de burgerbegroting?

— (Woordje uitleg geven) Met de burgerbegroting kan jij beslissen over 10 procent van de jaarbegroting van het district Antwerpen. Dat is 1,1 miljoen euro. Samen met andere bewoners van het district kies je de thema’s tijdens een van de startmomenten. Tijdens het districtsforum beslis je hoeveel geld je aan een bepaald thema geeft. Nadien krijgen mensen en organisaies de kans om een project in te dienen voor een van de gekozen thema’s. Tijdens het burgerbegrotingsfestival kunnen inwoners van het district stemmen op het project dat zij het beste vinden. Projecten die verkozen zijn, krijgen een realistisch budget.

— Ken je ons burgerbegrotingsproject ‘BJ kamt de buurt uit’?

— (Woordje uitleg geven) Voor dit project hebben we ons geïnspireerd op ‘Iedereen beroemd’. Met onze jongeren gaan we langs bij onze buurtbewoners voor een kennismaking en een interview over de wijk, hun leven en verleden, hun dromen, talenten enz. De interviews worden mooi tentoongesteld onder de hangar van het coStA. Met dit project wil Betonne Jeugd eenzame buurtbewoners dichter bij elkaar brengen, mensen uit hun sociaal isolement halen, talenten en dromen uit de wijk bovenhalen en mensen verbinden met dezelfde interesses. Iedereen die deelneemt aan een interview, wordt uitgeno- digd bij Betonne Jeugd voor een maaltijd. Op het einde van het jaar organiseren we één groot buurtfeest en zo hopen we de mensen met elkaar te verbinden

–  Jouw leven?
– Waar ben je opgegroeid? In Antwerpen.
– Broers en zussen? Gezin?

-… Wij waren met 7 thuis.

De wijk Sint-Andries
— Hoe lang woon je in deze wijk?
— Hier al 30 jaar. Maar eigenlijk heb ik altijd al in de buurt gewoond. Toen ik klein was, woonde ik in de Leeuwenstraat. Daar sliepen we met 7 in één bed.
— Woon je hier graag?
— Ik woon graag in deze buurt.
— Wat vind je tof aan deze wijk?
— Wel, het volk, de kinderen. Er is hier altijd veel leven. Vroeger waren er wel meer ‘cafeekes.

— Ken je de geschiedenis van deze wijk?
— Ja,natuurlijk. Ik ben al oud,hé. — Vind je het hier nog altijd de Parochie van Miserie?

— Miserie is er overal. Die is hier overal in de stad. Als ze morgen uw inkomen afnemen, dan is er miserie, hé!

— Neem je deel aan buurtactivitei ten?
— Ik kom naar het coStA wijn en ko e drinken. Maar echt meedoen, om te spelen en zo, dat kan ik niet meer. Ik kijk wel altijd naar de activiteiten hier op het plein.

— Ken je veel buren?

— Al wie ik hier zie, kenik.

— Kan je altijd op hen rekenen?

— Ja hoor. De verpleegster, José, die hier wat verder woont, heb ik mijn sleutel gegeven voor het geval dat ik zou vallen thuis. Ik heb ook zo’n alarmdrukknopje, voor als er iets zou gebeuren. Zij kan dan binnen in mijn huis met de sleutel. Maar ook op mijn andere buren kan ik rekenen, ook op de Marokkanen en Turken.

— Zou je meer buren willen leren kennen?
— Dan moet ik eerst meer geld hebben. Haha! Ik moet de mensen koffie kunnen geven, hé.

— Wat zou je graag verbeterd zien in de wijk?
— Ze moeten ze laten zoals ze is. Ze gaan, naar het schijnt, de bloem-bakken op het plein wegdoen. Ik vind dat ze moeten blijven staan.

— Ken je de pastoor van deze buurt?
— Pastoor Mannaerts ken ik niet zo goed. Maar wel Pros Heylen. Die ving kinderen op hier in de buurt.

Jouw (stoutste) dromen?
— Wat is jouw grootste droom?
— Dood vallen in een brouwerij. Hahaha! En toen ik jong was, droomde ik van de meisjes. Haha- ha!

— Zie je die ooit verwezenlijkt wor-den?
— Nee, want als je geen geld hebt, kom je er niet binnen.

Jouw (verborgen) talenten?
— Wat is jouw grootste talent?
— Liegen!Haha!
— Welke vraag vind jij dat we nog moeten stellen?
— Gho, dat weet ik niet. Maar ik heb wel een vraag voor jullie. Als ik ooit doodga, willen jullie dan een vat geven in het coStA?
— Wil je meedoen aan een gezellig buurtfeest?
— Natuurlijk!
— Mogen wij een foto van jou nemen?
— Ja, natuurlijk.
In de volgende Gazet: Lief Vandervoort van The Boogie Barn in de Korte Vlierstraat.