Onlangs op ATV: met een 3D-bril op virtuele tour in het stadhuis en op de Grote Markt.
Wel, lieve lezer, ik ben de enige tot nu toe die met bedekt gezichtsvermogen ons bloedeigen Sint-Andriesplein verkende. Ongelooflijk! Imaginair zelfs…
In een oogwenk werd ik gewoon in de tweede helft van de 19de eeuw gedropt, zo rond 1850.
Op een bank achteraan, met zijn rug naar de Pompstraat, zat een zeer verzorgde, grijzende man, blootshoofds, met licht gekruld haar, een gestileerde snor en een volle baard. Hij droeg een zwart jacquet, een keurig gesteven wit hemd met stijve boord en een zwart vlinderstrikje en genoot zichtbaar van het deugddoende lentezonnetje.
Zou ik hem écht herkend hebben? Ik begroette hem met “Meester”.
Wat een toeval en een zegen om u hier aan te treffen…
Helemaal niet, want ik ben hier zelfs geboren: hier om de hoek, in het huis met de afgelopen drempel. Alvast mijn eerste zeven jaar zat ik er voor het venster; mijn zwakke gezondheid liet me niet toe om met de buurtjongens te ravotten en belletrek te spelen.
Is het daarom dat u later zo dikwijls naar uw Boshuisje in Zoersel trok?
Jazeker, tijdens een langer verblijf daar schreef ik ‘De Loteling’, in gezondere lucht dan hier met die hout- en kolenkachels.
U verwijst naar het klimaat. Wat denkt u over de actualiteit: de opwarmingstoestanden?
We gaan er zeker niet op vooruit qua opwarming: de verhoging van de temperatuur is een wereldwijd probleem geworden. Weet je dat de Schelde hier in de winter om de haverklap helemaal dichtvroor en wij naar de overkant ‘slibberden’?
En de emissiezones?
Ik vond het wel fijn dat er vorig jaar ook in onze wijk zoveel ‘Curieuze Neuzen’ hingen. Curieus nu naar de peilingen zonder die hoog vervuilende diesels.
En de uitstoot van al die grote schepen hier aan onze kaaien?
Ja, wat wil je, de zeilboten geraakten passé en de kolen verslindende stoomboten legden aan, ook die van Sint-Nikolaas. Gelukkig varen er tegenwoordig van die supergrote ‘kisten-vervoerboten’, containerschepen noemen jullie die. Ze zijn zo groot dat ze in één keer een provinciestadje kunnen verplaatsen, melkvee en huisdieren inbegrepen. Weeral minder fijn stof.
Jullie elektriciteitsfabricatie gaat er wel sterk op vooruit. Ze komt nu uit de lucht gevallen op windmolens en wordt al draaiend en ondergronds naar je laptop gestuurd of naar je iPhone, direct in je broekzak dus. Ik sta daar versteld van!
Maar even tussendoor, zijn jullie niet bevreesd, zo dicht bij die 4 Doelen hier? Waarom geen automatische telefoonlijn om te kunnen volgen welke van de 4 nu weer is stilgevallen en ook een lijntje naar Bergen op Zoom en zo?
Dus Mijnheer Hendrik, u staat er volledig achter dat wij gezonder moeten gaan leven?
Natuurlijk, komaan, milieuvriendelijker openbaar vervoer en de ‘stinkbussen’ naar de Kempen. Niets beter dan menselijke energie! Als ik met de Velo naar Zoersel had kunnen rijden, binnendoor en een eind langs het Albertkanaal – of was dat er toen nog niet? – ik zou nogal wat fietsbroekspelden versleten hebben.
Of meelopen in de Sint-Andriesrun van Paul en dan voor mijn deur passeren, De Leeuw van Vlaenderen achterna, en misschien een Gulden Hendrik winnen. Ik mag er niet aan denken…
U hebt er al bij al een goed virtueel oog in, Mijnheer Hendrik?
Uiteraard, kijk eens naar de vlucht die de groenvoorziening in Sint-Andries en in heel Antwerpen nam: een toekomstig Sint-Annabos hier aan de overkant, het toekomstige groen op Antwerpen Zuid, de toekomstige overkapping en alle huidige en toekomstige protestvoerders en comités. Tenslotte zijn we toch nog maar 30 jaar bezig.
En zou Mijnheer Hendrik tenslotte nog iets wensen?
Wel, lieve man, ik wens dat je binnenkort weer achteruit moet springen om je vlinderdasje en je schoenen niet te bevuilen, wanneer je in een volle abrikoos bijt. Allemaal meegemaakt in Zoersel, in de tijd dat de bijtjes nog niet op de daken van Sint-Andries moesten korven. Een mooi verhaal trouwens, dat van die bloemetjes en die bijtjes. Dat bestond in mijn tijd nog niet. Komaan, je weet wel…
Onderschrift foto: Drempel, uitgesleten door Conscience.